80 kilometer? Lopen? Op 1 dag? Je bent niet wijs!
Tot op het moment dat ik vrijdagavond in de auto stap op weg naar Heerlen, twijfel ik. De kilometers zitten aardig in mijn benen. De afgelopen tijd heb ik lekker gelopen. Maar, 80 kilometer? Ik start de auto en denk: "Ik ga het gewoon doen!"
Opeens is er is geen twijfel meer.
Stella heeft me een beetje geholpen om over de drempel heen te stappen. Ze stuurde me aan het begin van de week een hart onder de riem berichtje. Wat ik nog niet hardop durfde te zeggen schreef zij.
40 km kan je. 60 km kan je. Dan loop je die 20 km er ook bij. Misschien moet je die wandelen, misschien ben je 12 uur onderweg maar je gaat het halen.
Na 2.5 uur rijden kom ik aan in het Nivonhuis in Heerlen. Ik krijg een kamer voor mijzelf toegewezen. Het is heerlijk rustig. Ik keutel wat heen en weer om de spullen voor morgen klaar te leggen. Af en toe neem ik een slok van het weizenbiertje dat ik heb meegenomen. Om een uur of 10 is het ruim tijd om mijn ogen dicht te doen.
Ik slaap onrustig. Ga drie keer naar het toilet en ben blij als om half 5 eindelijk de wekker gaat. Ik loop over de gang naar de badkamer en zie een loper al helemaal klaar zijn kamer uitkomen. Ik heb een binnenpretje. Er zijn mensen die ook niet meer kunnen slapen...
Terug op de kamer prop ik mijn slaapspullen in mijn tas, doe alles aan wat ik nodig heb en ga naar de eetzaal waar om 5 uur (!) het ontbijt klaar staat.
Een stuk of 5 andere lopers zitten ook te knagen aan een boterham, drinken sinaasappelsap of zijn zelfs al klaar met eten. Ik eet twee boterhammen met appelstroop en wat yoghurt. Twee glazen sap en een kop koffie en dan vind ik het wel genoeg.
Ik pak mijn spullen en stap naar buiten. Het is heerlijk! Heel stil en het miezert licht.
Het is 10 minuten rijden naar de start. Aangekomen is het een en al bedrijvigheid binnen. Gezellig! Ik haal mijn startkaart en na een babbel met wat mensen ga ik toch nog even mijn stokken halen uit de auto. Knoop ze aan mijn rugzak en ga ook buiten staan. Klaar voor de start! Het is donker en het miezert weer. Om iets voor 6 uur doet Willem een woordje waar ik niks van versta. Ik ga ervan uit dat hij ons een fijne tocht wenst. Hierna zet de meute zich in beweging. Een lange stoet lichtjes voor en achter mij.
De reis is begonnen!
Terwijl ik loop en omhoog wandel wordt de wereld wakker. De vogels kwetteren en het wordt langzaam licht. De kilometers gaan gestaag voorbij. Opeens is er, na 13, 3 kilometer, de eerste verzorgingspost al. Ik drink, eet en klets wat en loop verder. Af en toe ben ik met iemand samen maar voornamelijk loop ik alleen. Soms zie ik iemand voor me. Soms verlies ik iedereen uit het oog. Het is prima zo. Ik geniet van de omgeving. De route is prima aangegeven, en als ik het niet zeker weet kijk ik op mijn horloge naar de track.
Het weer is prima. Bewolkt, niet te warm. De omgeving is super. Een poosje loop ik samen met een aantal mensen. We kletsen wat.
Er wordt door een loper gewezen de berg op. "Daar gaan we heen." " En als je daar bent wordt het stijgen alleen maar minder." Hij wijst naar het hoogste punt van Nederland. Langzaam lopen we de bult op omhoog om aan te komen op het drielanden punt.
Geweldig! Hoger kan het niet worden. De laatste keer dat ik hier was, was ik met de motor en kwam ik vanaf de andere kant. Over het asfalt ging het toen omhoog. Toen vond ik de klim ook steil. Ook nu is het even doorzetten om boven uit te komen. Een van de lopers die vanmorgen aan het ontbijt zat moppert omhoog. Wie verzint dit nu? Natuurlijk komen we boven.
Even speuren we rond naar het volgende lintje. Dat vinden we vlot en we duiken na een klein stukje asfalt het bos weer in.
Na 30 km komt de eerste lus en de derde post. Hier is mij Limburgse vlaai beloofd. De punt abrikozenvlaai smaakt heerlijk.
Na een lus van 20 kilometer komen we op deze plek weer terug. Ik beloof mijzelf het grootste stuk rijstevlaai als ik weer terug ben. Ik vul mijn camelbag met water, veeg mijn mond af, doe mijn rugzak weer op en zet het op een drafje.
Weilanden, draaihekjes, koeien, schattige dorpjes met smalle achterafpaden. Ik volg rode lintjes, pijlen op de weg en bordjes en geniet. Geniet van het uitzicht, het bos, het lopen. Na een lus van ongeveer 20 km stijgen, dalen, stijgen en dalen lacht de rijstevlaai mij toe. 50 kilometer!! Mijn benen voelen prima. De rest van mijn lijf ook. Die 80 zou best eens kunnen lukken zegt een stemmetje in mijn hoofd. Ik ren een stukje samen met twee mannen die ook met stokken lopen. Zij doen dit om ze te testen voor een andere loop. Ze hebben van die mooie lichtgewicht stokken die je ook heel snel in kunt klappen. Het valt mij op dat ze dit niet doen.... Dat scheelt weer een aanschaf :)
De kilometers vliegen voorbij. Ze lopen net te snel voor mij en ik heb weer behoefte aan een sanitaire stop. Hierna loop ik weer alleen.
De tactiek van vandaag is omhoog wandelen en hardlopen naar beneden. Deze tactiek gebruiken veel lopers. Hiermee spaar je krachten. Je bent immers een beste poos bezig en moet je kruit niet verschieten. De tactiek bevalt goed. Geen haast vandaag. Ik ben blij met het besluit mijn stokken te pakken. Ze zorgen ervoor dat ik mijn armen lekker actief gebruik en mijn benen wat minder kan belasten. De heuveltjes in Ermelo vallen in het niet bij de Limburgse heuvels. Af en toe piepen mijn knieën wat. Door een kleine aanpassing in mijn looptechniek verdwijnt het gepiep in mijn knieën. Heerlijk om te merken.
Nog 10 kilometer en het is nog "maar" 20 kilometer. Inmiddels heb ik het idee dat ik een van de laatste 80 kilometer lopers ben. Dat krijg je als je inmiddels vier sanitaire stops hebt gehad en regelmatig stil staat voor het maken van een foto. Ook de verzorgingsposten zorgen ervoor dat ik blijf plakken. Er is teveel lekkers om te eten. Ik drink bij de posten steeds thee gemengd met cola. Zo heb ik minder koolzuur en is het drankje lekker warm. Ik stop wat speculaasjes in het zijvak van mijn rugzak voor onderweg en zet mijn drafje weer in gang. De zon breekt door en schijnt heerlijk op mijn rug. De lopers voor mij zijn weer uit het zicht verdwenen. Omhoog en weer omlaag gaat het. Door de weilanden heen; draaihekje het weiland in, en draaihekje het weiland weer uit. Langs een paard en een hond, door een achtertuin. Wat is dit genieten!
Er is zelfs nog een extra drankpost toegevoegd. Deze twee meiden vragen mij of ik een glaasje water wil. Daar kan ik natuurlijk geen nee tegen zeggen. Ze stralen van oor tot oor. Ik loop van post naar post. Aangekomen controleer ik altijd even of ik nog water heb. Zo niet vul ik bij. Bij post 7 kom ik weer wat lopers tegen. Ze lopen een stukje voor me uit. Terwijl ik daal over een asfaltweg komt een loper mij tegemoet. Hij heeft de afslag naar links de bult op gemist en loopt nu de bult weer terug op. Samen lopen de goede weg omhoog. Deze gaat over een landweg omhoog. Hij besluit weer te gaan hardlopen. Ach, waarom ook niet en ik "ren" met hem mee. We kletsen over van alles en nog wat en de kilometers gaan voorbij. Ook voor Robert van der Hilst is dit zijn eerste 80 km.
We tellen de kilometers af. Bij de laatste post schijn je zelfs een borrel te kunnen drinken. Deze borrel sla ik maar over. Ik ben bang om niet meer vooruit te komen. Dan hoor ik de weg in de verte. Zijn we er bijna? In de omschrijving stond dat het laatste stuk over het asfalt gaat. Hoe lang was dat laatste stuk ook alweer. Ik weet het niet meer. Bruut wordt ik uit mijn droom gehaald.
Het parcours maakt nog een bocht omhoog. Het weiland weer in. Mentaal even een tik, maar ik herstel me snel. Nog 5 kilometer, 4, 3. "Niet te hard lopen": roep ik. "Dadelijk is het voorbij!"
We sleuren de laatste kilometers eruit. Ik heb vooral last van blaren onder mijn voeten. Daar probeer ik niet aan te denken. Nog steeds rennen we. Nou ja, rennen. Het is een drafje. Ik had veel verwacht maar dat ik meer zou doen dan wandelen de laatste 20 kilometer had ik niet verwacht. We gaan het gewoon halen!! Ik kan 80 kilometer lopen!! Op 1 dag!! Wauw! Robert herkent de afslag waar hij vanmorgen is ingereden. Vanmorgen vroeg zag het er hier heel anders uit.
We slaan af naar links. Het is niet ver meer. Alleen nog even naar het eind van deze weg. We dromen van een grote finish en een meute applaudiserende mensen. Links, rechts, links, rechts.
Whooohooo, we zien de kantine. Er klinkt applaus. De finishboog en de drommen fotografen denk ik erbij. Ik ga met mijn armen omhoog het hek door. Het is gelukt!! 2800 hoogtemeters, 81 kilometer, 12 uur, 7 minuten en 46 seconden en ik ben weer terug bij start.
Het was een feestje!
Ik wil alle mensen die dit evenement mogelijk hebben gemaakt heel erg bedanken. Ik heb genoten (en zal nog een paar dagen nagenieten ;)